De naam Grijsesteijn
Huis Grijsesteijn staat op de hoek van de Oudegracht en de Geertestraat, bij de Geertebrug. Het pand staat al sinds 1544 bekend onder deze naam (Griessesteyn, Grijsestain, Griesestain) en ontleent deze vermoedelijk aan de grauwe natuursteen die vroeger in de gevel verwerkt was. In 1588 werd het verdeeld in twee woningen, nr. 319 en 321. Een derde woning, ‘gehorich’ aan Grijsesteijn heeft een ingang aan Geertestraat 1. Tot 1595 ontstonden er op het perceel in totaal vijf woningen, die door zeven partijen werden bewoond, waaronder de tinnegieter Willem van Hanesteyn. Zijn smederij lag toen waarschijnlijk achter het huidige pand Oudegracht 319.
Smeden, verven en bakken
Er is altijd hard gewerkt in en rond Grijsesteijn. Na de smederij komt er een textielververij, nadat Jan Hendrickss.Van Wiert in 1609 eigenaar wordt van het huis. Net als veel andere “Geertestegers” werkt hij in deze buurt in de textielnijverheid. Hij komt uit een drapeniersfamilie en is “verwer”. Gedurende de hele 17e eeuw is op dit gedeelte van de Oudegracht de ververij gevestigd. Deze maakt plaats voor een bakkerij, vanaf omstreeks 1700. In 1707 is bakker Helmus Koutijs al huurder van Oudegracht 319. In een notariële akte uit 1842 staat vermeld dat in dit huis “de brood- en kleingoedbakkerij sedert 150 jaren wordt uigeoefend”. Na het overlijden van de laatste bakker, Jacobus Anthony van Asch, werd het huis in 1902 openbaar geveild. Het werd gekocht door de timmerman/aannemer Bernardus Johannes van Baaren, eigenaar van het buurhuis Oudegracht 317. De luxe bakkerij “De Bijenkorf” bleef echter nog bestaan, en op de hoek kwam een sigarenwinkel.
Huis Grijsesteijn werd in 1978 verkocht aan het Utrechts Monumenten Fonds (UMF). Onder de hoede van het UMF is in 2012-2014 de restauratie van het pand en beide werfkelders ter hand genomen. In het blad Steengoed is de geschiedenis van huis Grijsesteijn na te lezen.